Visie op wiskunde

Kleuterschool 

Binnen de kleuterschool vertrekken we vanuit spelen en ervaren. We zorgen ervoor dat de kleuters binnen hun omgeving rijke en brede ervaringen kunnen opdoen. 

Via uitdagende activiteiten waarvoor we de doelen als uitgangspunt gebruiken, laten we de kleuters verschillende fases in hun wiskunde ontwikkeling doorlopen: 

manipuleren en experimenteren ontdekken en benoemen bewust maken producten voor spelverrijking precieze constructies en bewuste leeractiviteit (interpretatie van: miniwijzer wiskundige initiatie OVSG) 

We besteden aandacht aan alle domeinen om zo een brede wiskunde-start te stimuleren. 

Lagere school 

Er wordt doorheen de hele lagere school gewerkt met dezelfde wiskundemethode, nl. zoWISo. 

Er werd gekozen voor deze rekenmethode omdat het er een is voor het 1ste tot het 6de waarin over heel de lijn gekozen wordt voor dezelfde rekenmodellen en procedures, die stapsgewijs worden aangeboden: van realistisch naar abstract. 

De verschillende leerlijnen komen binnen de methode afwisselend aan bod. Er wordt tijdens de wiskundelessen in de werkboeken gewerkt aan het basisniveau van de verschillende vakken, in overeenstemming met de leerplannen en eindtermen. 

Daarnaast is er voor elk leerjaar 3 differentiatiemateriaal vanuit de methode voorzien, dit zowel naar beneden als naar boven toe. 

Naast zoWISo is er extra differentiatiemateriaal op school voor de minder sterke rekenaars, de ‘Wiskanjers’ en voor de sterke rekenaars is er ‘Rekenmeesters’, ‘Somplex’ en ‘Somplextra’. 

De moeilijke lessen worden voorzien wanneer de zorgleerkracht mee in de klas staat. Wiskundeles = korte instructie, verlengde instructie voor wie het nodig heeft, (beperkte) oef. in werkboek, extra inoefening of uitbreidingsoefeningen van de methode, kangoeroebundel voor de lln. van de kangoeroeklas. 

Er een zoWISo wijzer voorzien in het 3e, 4e, 5e en 6e leerjaar. Deze wijzer bevat de theorie van de leerstof en stimuleert het zelfstandig werken (leren leren) van de leerlingen.